© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Henk van Gelder, Habbema, Cornelia, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Habbema [30/05/2017]
HABBEMA,Cornelia (geb. Amsterdam 21-3-1944 –gest. Amsterdam 18-4-2016), actrice en regisseuse.Dochter van Arthur Diederik Habbema (geb. 1919), manager De Bijenkorf en VanGelder Papier, en Christien Cornelia Charline Winkels (1912-1993), restauranteigenares.Cox Habbema trouwde (1) in 1969 met EberhardEsche (1933-2006), acteur; (2) op 29-9-1995 in Amsterdam met Rob van de Vijver (1934-1997), advocaat; (3) in 2009 met Herman Robertvan Gunsteren (geb. 1940), hoogleraar politieke theorie. Cox Habbema bleefkinderloos.
Cornelia (Cox) Habbema groeide op in een gezinmet twee jongere broers Eddy (die later ook acteur en regisseur zou worden, enDiederik. De drie kinderen werden voornamelijk opgevangen door de vaste kokkinvan het gezin, terwijl hun moeder het Amsterdamse Lido-restaurant, dat ze vanhaar vader had geërfd, draaiende hield. Cox Habbema bezocht het BarlaeusGymnasium en kwam in 1961 op haar zeventiende voor het eerst in de publiciteittoen ze met een klasgenote een exclusieve schoolagenda had samengesteld. ‘Erstaan leuke, wijze en onwijze dingen in te lezen’, oordeelde het Algemeen Handelsblad (7-10-1961).
Berlijn
Na haar eindexamen ging Cox Habbema rechten studerenaan de Universiteit van Amsterdam. Ze verdiende bij als mannequin. In eenvoorstelling van het studententoneel viel ze zodanig op dat de acteur JacquesCommandeur haar adviseerde naar de Amsterdamse toneelschool te gaan. In 1962werd ze daar toegelaten en nog tijdens haar studie maakte ze haar filmdebuut inDe boogschutter (1963) waarmeeNikolai van der Heyde eindexamen deed aan de Filmacademie. In datzelfde jaar haaldeze opnieuw de krant, dit keer omdat de marechaussee op Schiphol haar had staandegehouden in het gezelschap van chansonnier Charles Aznavour, die haar –met haar instemming – wildemeenemen naar zijn huis aan de Franse zuidkust. Als negentienjarige mocht zeniet op reis zonder ouderlijke toestemming. Ze nam vervolgens maar de treinnaar Frankrijk. Met de toneelschoolklas ging ze dat jaar nog wel op excursie naarOost-Berlijn, waaraan ze goede contacten overhield.
Nadat Cox Habbema in 1967 was afgestudeerd aande toneelschool, vond ze emplooi bij de toenmalige toneelgroep Centrum. Daarspeelde ze, met succes, twee jaar lang. Een van haar glansrollen was die vaneen jonge geliefde in de kluchtige voorstelling De Smoeshaan, naar een stuk van de Romeinse schrijver Plautus,waarin de acteurs opzien baarden door gipsen fallussen op het lichaam tedragen. De voorstelling trok veel publiek en leidde ertoe dat het theatercafévan toneelgroep Centrum de naam De Smoeshaan kreeg. Ook werkte Habbema in 1968mee aan twee films: To grab the ring,opnieuw van Nikolai van der Heyde, en Nade zomer van MartijnSeip. In 1969 kwam er abrupt een eind aan haarNederlandse toneelwerk toen ze trouwde met een van haar in Berlijn opgedanevrienden, de gerenommeerde Oost-Duitse toneelspeler Eberhard Esche. Via hemkreeg ze de kans bij het Deutsches Theater te gaan werken. Ze voelde zichaangetrokken door de manier waarop het theater maatschappelijke betekenis kreegdoor tussen de mazen van het communistisch regime door te laveren. Invergelijking daarmee beschouwde ze het toneel van de Nederlandse gezelschappenals veel te vrijblijvend. Voor het Oost-Duitse publiek vormden Habbema en Escheeen droomkoppel, datook al gauw in allerlei romantisch getinte filmsverscheen. De eerste film was Wieheiratet man einen König? (1969) – de film werd een klassieker in deOost-Duitse cinematografie, maar is nooit in het westen vertoond.
Censuur
In de jaren zeventig werkte Cox Habbemavoornamelijk in Oost-Berlijn, al keerde ze soms naar Nederland terug om eenfilmrol te spelen, zoals in Rufus(1975) en in De stilte rond Christine M.(1982) – twee producties waarin ze alomwerd geprezen om de gedistingeerde, koele uitstraling die haar handelsmerkwerd. In het Deutsches Theater maakte zedeel uit van een groep acteurs die kritisch stonden tegenover het DDR-regime envoortdurend trachtten aan de censuur te ontsnappen. Zo ondertekenden Esche enHabbema in 1976 een petitie ter ondersteuning van de Oost-Duitse protestzanger WolfBiermann, die na een tournee door West-Duitsland niet mocht terugkeren in deDDR. Het gevolg was dat ze niet meer voor filmrollen werden gevraagd. Huntoneelwerk konden ze wel voortzetten.
Ondanks het repressieve staatssysteem van de DDR voelde Cox Habbema zich er thuis. ‘Ik heb in Oost-Berlijn net zo gevochten alshier [in Nederland] tegen de politiek. Ik heb daar, net als hier, onrechtervaren. Er was niet zo waanzinnig veel verschil. Door mijn zakelijkeafstandelijkheid, geloof ik niet in welke ideologie dan ook’, zei ze latertegen de Volkskrant (31-8-1996).Vanaf 1984 verbleef Habbema weer vaker in Nederland omdat ze voor de NOS hetwekelijkse culturele tv-programma NederlandC ging presenteren, samen met Cees van Ede. Tegelijk werkte ze er alsredacteur en producer.
Stadsschouwburg
In 1986 werd Cox Habbema directeurvan de Stadsschouwburg in Amsterdam. Ze bleef in de weekends nog geregeld op enneer gaan naar Oost-Berlijn om er te acteren. Haar tienjarig bewind bij deStadsschouwburg stond voornamelijk in het teken van een richtingenstrijd metGerardjan Rijnders, artistiek directeur van het huisgezelschap ToneelgroepAmsterdam. Habbema wilde het gebouw openstellen voor toegankelijker toneel dateen breder publiek kon aantrekken, terwijl Rijnders vond dat zijnavant-gardistische koers te allen tijde voorrang moest krijgen. Om meer ruimtete krijgen voor zijn eigen beleid verhuisde Rijnders zijn gezelschap zelfsenige tijd naar het Westergasfabriekterrein; Habbema vulde het gat metgesubsidieerd toneel uit Den Haag en Rotterdam. Na enkele jaren keerden Rijndersen de zijnen weliswaar terug naar de schouwburg, maar de sfeer bleef gespannen.
Habbema begon in 1990 ook als artistiek adviseurvan Opera Forum, maar die verbintenis duurde slechts enkele maanden wegens eeninterne competentiestrijd bij het operagezelschap. In 1995 trouwde ze met Robvan de Vijver, jurist en voormalig bestuurslid van bierbrouwer Heineken. Nadatze in 1996 afscheid had genomen van de schouwburg, werkte ze alsfreelance-regisseur voor opera en toneel, en bekleedde ze bestuursfuncties inde kunsten, zoals het voorzitterschap van de Federatie vanKunstenaarsverenigingen. Ook was ze enige tijd voorzitter van het COC. Verdergaf ze presentatie- en mediatrainingen aan politici. Ze publiceerde ook overdat onderwerp, in samenwerking met de hoogleraar politieke theorie Herman vanGunsteren, die na het overlijden van De Vijver (1997) vanaf 2000 haar partnerwas. De laatste jaren leidde ze in haar woning in Amsterdam Oud-Zuid, lijdendaan de ziekte van Alzheimer, een teruggetrokken leven. Cox Habbema overleed op18 april 2016 in haar woonplaats.
Betekenis
De betekenis van Cox Habbema voor het theaterkreeg in 2011 in Berlijn een tastbaar aandenken toen ze daar het ‘theaterHabbema’ opende, een klein schouwburgje voor avantgardistisch of politiekgeëngageerd toneel, boekpresentaties en forumgesprekken. De programmering dieze daar op de agenda zette, sloot aan bij haar levenslange streven om de kunsttot een maatschappelijk belang te maken – en de contacten tussen kunstenaars,politici en bestuurders zo hecht mogelijk te maken. In Amsterdam kreeg hetetablissement dat tijdens haar bewind aan de zijkant van de schouwburg werdgebouwd haar naam: Café Cox.
Naslagwerken
Honig.
Publicaties
- Vrouwendichten anders. Een eigenzinnige keuze uit de Nederlandse poëzie (Amsterdam 2000) [bloemlezing].
- Mijn kofferin Berlijn, of Het sprookje van de Wende (Amsterdam2002).
- U zegt hetmaar. Over optreden in het openbaar (Amsterdam2003).
- Thuis inBerlijn (Amsterdam 2006).
- [met Herman van Gunsteren], Oud fout. In debat over vergrijzing (Amsterdam 2006).
- [met Herman van Gunsteren], Pers-pectief op het politiek-publicitair complex (Amsterdam 2009).
Literatuur
- De Volkskrant, 31-8-1996.
- Frank Dam, 17(Harderwijk 2008) [interview, eerder verschenen in NRC Handelsblad].
Illustratie
Cox Habbema, door onbekende fotograaf, 1982 (Hollandse Hoogte / Collectie Beeld en Geluid).
Auteur: Henk van Gelder (met dank aan Herman vanGunsteren)
laatst gewijzigd: 30/05/2017
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.